Wietske Reinders
De gezusters Wietske Reinders en Eelkje Sipkema-Reinders
Berichtnr.:1376/fb.
Opgeslagen onder Algemeen, Fotoalbum, Van Teijenswei
De boerderij aan de Eelke Meinertswei 13, waar nu Niek en Anneke van der Veen wonen.
Er voor woonden Hielke en Akky van der Veen hier (ouders Niek)
Daarvoor woonden Liekele en Janke van der Veen-Sikkens op deze boerderij (ouders Hielke).
De ouders van Janke waren Jan en Liebe Sikkens.
Meester ter Horst en Jan Sikkens
Jacob de Bruin, Jan en Liebe Sikkens en Ymkje de Bruin
Jan en Liebe Sikkens en Jacob en Aafke de Bruin
Trouwfoto van Liekele en Janke van der Veen.
Dominee Bouwe Riemersma en ouderling Pieter van der Haak
Janke van der Veen, Riekje Kingma, Eep van Wessel, Jaap van Wessel
NCVB Links staand Janke van der Veen, rechts mevrouw Versteeg
Durk van Assen( zoon van Auke en Stien van Assen)
Berichtnr.:1443/fb.
Opgeslagen onder Algemeen, Eelke Meinertswei, Fotoalbum
Op Eelke Meinertswei 2a, waar later de Fokkema’s pleats was gevestigd woonde Wietse Bosma
Gaatze Bosma met zoontje Wietse.
Deze noodwoning, waar Gaatze woonde, stond op het parkeerterrein.
Jan en Lies Steenstra hebben de eerste 3 jaren van hun huwelijk hier gewoond.
Eeltsje en Wietske de Bruin- Steenstra hebben hier ook gewoond.
De noodwoning is gebouwd door bouwbedrijf Adema en is uiteindelijk verkocht aan Gezusters Bosma.
Berichtnr.:1449/fb.
Opgeslagen onder Algemeen, Fokkema's Pleats, Fotoalbum
Kees Adema en Sjoerdtje Postma
Kees en Minke
Luut en Kees
Hielke van der Veen en Kees Adema
Kees Adema, frou de Bruin
Janke van der Veen en Aafke de Bruin voor op de wagen
Berichtnr.:1460/fb.
Het bruidspaar, rechts achter Aafke de Bruin
Midden Pietsje de Vries ( e.v. Jan de Vries)
Voor: Minkes Sloot en Sina Sloot
Achter: de kinderen Sjoukje, Hiltsje, Folkje, Sipke en Teatske
Wiep Sipkema opent de deur van de taxi voor de familie.
Vertrek vanaf het ouderlijk huis van Sipke Sloot
Onderweg naar de Nederlands Hervormde kerk.
Links de woning van Minkes Sloot en het lokaaltje van de kerk
Het bruidspaar met dominee Binsbergen
en ouderling Pieter van der Haak
Berichtnr.:1459/fbfeb16.
Schoolfoto 1946
Voor: Femme van der Schaaf, Wietse Bosma, Roelie Triemstra, Berend Bosma.
2e rij: Tetje de Vries, Tjitske Postma, Jikke Bosma, Harm Triemstra, Eeltje de Bruin, Feike Boersma, Saakje Lourens.
3e rij: Alie, dochtertje meester Heidema, Geeske Wijbenga, Jan de Groot, Anton de Bruin, Johannes Schotanus, Jappie van der Werf, Pieter van der Wal, Johannes Lourens, Tietje Bosma.
Achter: Meester de Jong (h.d.s.), Annie de Vries, Annie Boersma, Annie van der Wal, Eke Huisman, Riekje Heidema, Jane Schotanus, Janke Veenstra, meester Heidema.
De foto met namen, er ontbreekt 1 naam, rechtsachter Jappie.
Berichtnr.:1522/fbfeb16.
Waarschijnlijk in 1987. De bomen hadden het erg zwaar door de ijzel.
Dit is het huis van Wiebe en Ansje Kempenaar aan de Bumawei.
Berichtnr.:1474/fb.
Kinderen van Jacob en Aafke de Bruin: Anna, Iemkje en Heine de Bruin
Anna de Bruin ( dochter van Heine en Martha de Bruin) en Tjeerd Annema.
Eke Kempenaar, Jacob in de kinderwagen en Anna de Bruin
Tjitske de Bruin ( van bakker de Bruin) en Anna de Bruin
De vier kinderen van Heine en Martha de Bruin:
Jacob en Anna met op schoot de tweeling Griet en Aafke
Berichtnr.: 1490/fb.
Trekweg 7
Siep en Geertsje Schotanus met hun kinderen Ita en Tjipke.
Er achter de ouders van Siep, Tjalling en Lieuwkje.
Familie Schotanus bij het huis van Sjoerd en Janke aan de Trekweg.
Voor: Johannes en Klaasje.
Erachter:Hennie met Sije.
Achter:Sjirk en Griet Dijkstra, Siep, Roel.
helemaal rechts: Sijke met tantezegger van Griet
Klaasje en Jane en een tantezegger van Reinder en Griet, Trekweg 9.
Sijke Schotanus, Sjirk Anne Schotanus en voor Hennie Schotanus.
Talling en Lieuwkje, Klaasje met Piet.
Voor: Jane
Siep Schotanus op de motor. Huis van Stienissen op de achtergrond, waar Hielke en Akky van der Veen nu wonen.
Sijke Dijkstra-Schotanus en Johannes Schotanus.
Lammert Dijkstra ( man van Sijke Schotanus) op de “Kamp”
Lammert Dijkstra en Willie Schotanus op de “Kamp”
Lammert Dijkstra aan het Ringsteken op de Bumawei.
Schaatsen onder binden bij de boerderij van Jan Steenstra: links?, Minne van Wieren, Tjalling Dijkstra.
De woning van Tjalling en Lieuwkje Schotanus aan de Bumawei, waar later Wiebe Kootstra woonde.
Tjalling staat in de deuropening.
Berichtnr.:1473/fb.
1960 Tabe Zus en zoontje Simon en Jellie en Onnie
1963 Onnie en Tinie en Froukje van Assen
1969. Oane Fennema en Folkert van der Kooi
1960 Jellie en Onnie, dorpsfeest .
Dorpsfeest 1976 Jellie, Gaatze Nynke rechts, links Fokje van der Kooi
1969.Annie, Jellie en Pietsje Merkus
Dorpsfeest 1960. twee zusters van frou Fennema, Melle ‘Janny Prins, Frou Fennema (slagerij).
Jongetje niet bekend.
1955 Voor v.l.n.r.: Gerrit Bosma, Arjen Veenstra, Sjoerd Fennema.
Folkert, Tabe Dijkstra, Jelle de Groot, Johannes
Folkert en Johannes waren timmermannen uit Jorwerd, waren bij bakker Postma in de kost.Een van hen was de uitvoerder van de restauratie.
1955 Voor de Hervormde kerk in Westergeest
Boven: Sjoerd Fennema, Gerrit Bosma ( lytse Kei) Tabe Dijkstra
Achter: Johannes Huisman, Sjoerd Fennema
Voor: Wiebe Koster, Jan Brouwer.
Berichtnr.:1433/fb.
Deze foto is afkomstig van de familie Bijlstra of van der Haak
Waarschijnlijk is dit de familie Riemersma, die woonden op de Triemen in de woning van Auke Banga.
Berichtnr.:1537/fb.
Opgeslagen onder Algemeen, Onbekende personen
Achter : Ipe Krol, Rense Postma, Rense de Jager, Jappie Koster, Jopie Smeding, Bokke Visser, Wietse Hellinga, Jan Meijer.
Voor:Lieuwe? Zevenhoeken, Foeke Meijer, Jan van Kammen, Djoerd van der Hoek, Hans Gjaltema, Anne Wiersma
Achter : Jan Meijer, Jopie Smeding?, Foeke Meijer, Jan van Kammen, Hans Gjaltema, Rense de Jager, Bokke Visser.
Voor: Ipe Krol, Rense Postma, Anne Wiersma, Djoerd van der Hoek, ?, Wietse Hellinga, Jappie Koster.
Berichtnr.:1475/fb.
Greetje Dantuma en Eke Kempenaar met de tweeling Aafke en Griet de Bruin
1964
Minke Kempenaar, ?/, Eke Kempenaar
Versierde wagen
Berichtnr.:1516/fb.
Kees Klaver , ook wel vaak Boer Kees genoemd, woonde aan de Kollenswei 1, waar nu Kees en Sjoukje Adema wonen.
Kees Klaver en Keie Roelfke Bosma achter hem
Berichtnr.:1458/fb.
Opgeslagen onder Algemeen, Fotoalbum, Kollenswei, Onbekende personen
Trekweg 6
Dit is de woning aan de Trekwei 6. Hier wonen nu Hylke en Akky van der Veen.
Daarvoor woonden de heer en mevrouw Uuldriks in dit huis.
Fam. Klaas Kooistra ( Klaas en Willemke) met de kinderen achter hun woning langs de Trekweg, nr. 6.
Deze woning is afgebroken en de familie Stinissen heeft er een nieuwe woning gebouwd.
Trouwfoto van Bertus Stinissen en Triny Perdok. 4 mei 1948.
Johanna Stinissen en Wobbe Veenstra
Berichtnr.: 1314/fb.
Tjalling Schotanus( z.v. Siep en Geertsje), Tineke Kempenaar, Alie van der Zaag, Henkie de Jager
Titus van Wieren, Jantsje, Joukje Lody Pijnacker op de tractor
Achter: Sipke van der Kooi, Tjalling Schotanus( Siep), Renze de Jager
Berichtnr.:1497/fbfeb16.
Opgeslagen onder Algemeen, Fotoalbum, Verenigingen
Opgeslagen onder Algemeen, Keatlingwier
Derk van der Kloet met Hielkje van der Molen, captain van de Woarven, met de gewonnen beker van de Zeskamp tijdens het dorpfeest.
Berichtnr.:1540/fbjan16.
Opgeslagen onder Fotoalbum
Uit het blad Sûnens 2013.
Bijzondere verhalen van een verloskundige uit Dokkum.
Het verhaal gaat over de nacht van 15 op 16 dec 2002.
Niels de Vries is op maandag 16 dec geboren rond de klok van 16:00 uur.
Sneeuw, ijs en ijzel in december 2002. Westergeest had al vanaf 5 december een behoorlijke winter gehad.
En men had zelfs al op de schaats gestaan op de Trekvaart!!
Berichtnr.:1531/fb.
Schoolfoto van 1963.
Achterste rij: Meester Hamstra, Nienke de Jong, Bettie Spoelstra, Hillie de Vries, Tjimke de Vries, Femme van der Schaaf, Sape de Vries, Piet Prins, Griet Banga.
2e rij: Lolkje Visser, Renze de Jager, Kees Adema, Jennie van der Kloet, Jannie Uitterdijk, Afke de Vries, Anna de Bruin, Matty Dantuma.
3e rij: Melle Andringa, Han Banga, Hans Gjaltema, Haaije van Assen, Nienke Adema, Saakje van der Veen, Tjitske de Bruin, Loekie Schotanus.
4e rij: Sipke van der Kooi, Germ Kempenaar, Henkie de Jong, Sjaak Steringa, Sjoerd Kuipers, Gaatske Visser, Fokie van der Veen.
Berichtnr.:1489/fb.
Opgeslagen onder Algemeen, Fotoalbum, Onbekende personen
Deze foto’s zijn afkomstig van de familie Adema/Klaver.
De meeste namen zijn ons nog niet bekend.
Opgeslagen onder Algemeen, Fotoalbum, Onbekende personen
Harry Huisman bij Sinterklaas
Jellie Pompstra op schoot bij Sinterklaas
Minke Adema bij het sinterklaasfeest.
Keimpe Hoekstra bij Sinterklaas op schoot
Berichtnr.:71/fb.
Midden in het groene landschap tussen Westergeest en Oudwoude stond vroeger een prachtige molen. Deze watermolen ( gebouwd rond 1870) was van onderen opgetrokken van steen, maar was verder van riet. De molen had een grote watercapaciteit.
In 1881 werd de Nieuwe Zwemmer gegraven. Toen moest men kiezen tussen een duiker, die men niet hoefde te betalen, zoals een molenaar. De houten bekisting van de duiker kwam in 1972 in een nog redelijke staat aan het oppervlak. Dit gebeurde tijdens de uitbaggering. De molenaars waren: rond 1890: Dirk Flint, daarna Jan Jonker, die gevolgd werd door Yke de Jong. Na dat Pieter Ankjes de Vries de molen in 1928 had afgebroken, vertrok Yke de Jong naar de Triemen. Van dit bouwwerk, dat op het zogenaamde “Langlan”stond, rest nu nog “it Mounehiem”.
It Mounehiem, december 2014.
Uit: Kollumer Courant van 9 december 1974
Berichtnr.:338/fb.
Reacties uitgeschakeld voor De watermolen op het Mounehiem
Opgeslagen onder Algemeen, Fotoalbum, Weerdebuorsterwei Walddyk Langlan
Jentsje en Anne Merkus bij hun woning aan de Eelke Meinertswei 9, waar nu Hilco en Natasja Rekker en de kinderen wonen.
Lieuwe en Jan Merkus, de zonen van Jent en Anne Merkus
Op de achtergrond de woning van Niek en Margreet van der Molen.
Zoon Jan Merkus in ondertrouw.
Berichtnr.:1406/fb.
Opgeslagen onder Algemeen, Eelke Meinertswei, Fotoalbum
Voor het 1250 jarig bestaan heeft Ybele Steenstra 7 vensters geschreven, 7 periodes uit de 1250 jaar.
Eerste venster – tot 1000
“Er woonde daar wel een heel armzalig volk op hoge terpen en eigengebouwde stellages, zodat hun huizen uitsteken boven de hoogst bekende waterstanden.
Wanneer de golven het omliggende land overspoelen lijken de bewoners op zeelieden, maar ze lijken schipbreukelingen als het water geweken is. Dan jagen ze rond hun hutten op de vissen die met het zeewater proberen te vluchten. Ze hebben geen andere drank dan regenwater dat ze bewaren in kuilen op de voorhof van hun huizen“.
Zo zag de Romein Gaius Plinius Secundus maior [* 23 na Chr. – † 79], bijgenaamd de Oudere, Fryslân vlak na het begin van de jaartelling.
Het is een lastig te doorgronden periode in onze eigen dorpsgeschiedenis. Er eigenlijk geen geschreven bronnen maar slechts vingerwijzingen. Tipjes die ons op een suggestief spoor brengen van omstandigheden of gebeurtenissen.
Maar op grond van die aannames en hypothesen denk ik rond deze periode het ontstaan van Westergeest te kunnen vinden.
In de bodem ligt een schat aan aanknopingspunten verborgen. “Het Nieuws van den Dag” van maandag 20 juni 1870 maakt melding van de vondst van “skeletten van drie volwassen menschen” in de “toel”aarde – een Noord-Friese benaming voor het veen onder de zeeklei.
De skeletten werden gevonden in wat nu de Âldswemmer heet omdat de Nieuwe Zwemmer toen nog niet was gegraven. Meer bronnen m.b.t. deze vondst zijn niet bekend en we moeten het doen met de informatie uit het korte krantenartikeltje.
Toch geeft dat wel enkele aanwijzingen. Het gaat hier om zogenoemde veenlijken; een bijzonder gegeven dat er op kan duiden dat deze drie mensen zijn geofferd. Een aanwijzing daarvoor is de vermelding dat de vinders het idee hebben gehad dat twee van deze personen “aan elkander gebonden hun dood moeten hebben gevonden”. Maar ook de opmerking dat het hoofd van de romp gescheiden was, duidt op een mensenoffer.
De datering van de veenlijken is volgens de “Archeologische verwachtingskaart gemeente Kollumerland en Nieuw Kruisland” vermoedelijk Midden/Late IJzertijd. Met IJzertijd wordt hier bedoeld te periode tussen ongeveer 800 voor Christus tot ongeveer het begin van onze jaartelling.
Bij het offeren werd grof geweld gebruikt; de mensen die werden geofferd werden vastgebonden, gewurgd, doodgestoken of onthoofd. Dat zou op een samenlevingsvorm kunnen duiden die de drie gevonden veenlijken al voor de jaartelling heeft ‘vermoord’ in een religieuze overtuiging, dat dat ‘juist’ was. “Juist”, omdat het mensenoffer binnen de context van een religie als een geschenk voor een god was bedoeld.
“Foestrum” wordt gezien als een echo uit de tijd dat een samenlevingsvorm, op de plaats waar nu de kerk van Westergeest staat, een Fries-Germaanse godheid werd vereerde.
Door de schemering die over deze lang vervlogen tijd hangt wordt het niet helemaal duidelijk om welke godheid het dan precies gaat. Er zijn verschillende goden-namen uit die tijd in omloop, goden van verschillende geslachten en vereerd om verschillende redenen.
Ik neig er steeds meer naar om in Fosite of Forseti de godheid te zien die vroeger in het huidige Westergeest werd vereerd.
In de Germaanse mythologie zou deze vrij onbekende [opper]god gewijd zijn aan de rechtspraak. De naam houdt mogelijk verband met het Fries Germaanse woord voor ‘voorzitter’. En de kerk van Westergeest wordt al eeuwenlang in verband gebracht met de rechtspraak. Zo werd er bijvoorbeeld al op 27 april 1556 in de kerk van Westergeest een vergadering gehouden om een twistpunt te slechten – aanwezig waren de substituut-grietman van Dokkum [Dirck Dircksz.], Cop Harkema namens Kollum en Sye Buma namens de gemeente Westergeest, Oltwoldt en Colmerswage.
De plek van verering, het ‘hiem’ van deze godheid Fosite, Forseti of Fostera, wordt nog steeds Fostera-hiem, Foestrum genoemd. Aangenomen wordt dat de kerk werd gebouwd op de heilige, ter ere van deze godheid gewijde tempel.
Toen de zendelingen ook in onze omgeving kwamen werden heel wat oude heidense heiligdommen gesloopt – een groot deel werd ‘gekerstend’. Deze heiligdommen werden door de kerk als het ware religieus omgebouwd tot Christelijke kerk.
Ook Karel de Grote [742/747 – 814] heeft een rol gespeeld. Met de bouw van kerken werkte hij aan een soort verlengstuk van zijn wereldlijke macht. Hij gebruikte de kerk om de eigen macht te verstevigen. Zodoende werden op vele plaatsen, wellicht ook in Westergeest, al vóór de 10e eeuw eenvoudige houten en/of tufstenen kerkjes gebouwd.
Het tufstenen kerkje zou gebouw zijn op de heilige, ter ere van Fosite, Forseti of Fostera’s gewijde tempel. Karel de Grote stierf in 814 en het tufstenen kerkje stond er toen wellicht al.
4 – bedijking
De geestelijkheid ging een belangrijke rol spelen bij de bedijking. Dat was van groot belang omdat de zee nog voor heer en meester opsloeg.
Ook in onze omgeving was dat goed te merken. Het Dokkumer Diep was al vroeg in de middeleeuwen een belangrijke afwateringsstroom die veel water afvoerde naar zee, maar omgekeerd kon het zeewater ook ongehinderd ver landinwaarts komen.
Om dat te voorkomen werden dijken aangelegd. Volgens een touristengids is in de buurt van Beintemahuis nog een onbeschadigd gedeelte van een dijkwering uit circa 900.
Daarmee wordt m.i. de Wâlddyk bedoeld. Een dijk die destijds een al van belang geachte samenleving moest beschermen tegen het water.
1250 jaar Westergeest.
Het is niet “op de kop af” maar bij benadering.
Het is vrij suggestief maar met een gerust hart.
Vanwege en aan de hand van aanknopingspunten in bodemvondsten of “echo’s uit ons verleden”.
Na 900 werd de samenleving verder gebouwd op de fundamenten van het verleden. Onder Christelijke invloeden vormde zich langzaam een samenleving met drie standen: adel, geestelijkheid en boeren.
Dijken werden aangelegd, kerken gebouwd en de natte veengrond werd ontwaterd. Om er bruikbare landbouwgrond van te maken.
Het veenriviertje dat als ontginnings-as dienst deed meandert nog steeds dwars door de huidige verkaveling heen. Evenals de vier wegen en paden die samenkomen bij de kerk van Westergeest.
In ons dorpswapen zijn die paden terug te vinden als het zogenoemde St. Andrieskruis. In de loop van de jaren is daar veel over geschreven, maar het is vrijwel onmogelijk om wetenschappelijk vast te stellen waarom of waardoor de kerk precies in het centrum staat.
Wel zijn er veronderstellingen, o.a. door de ‘Westergeastmer’ amateurarcheoloog wijlen Johannes M. Minnema.
Minnema was al in de jaren ’30 van de vorige eeuw nieuwsgierig naar sporen in de [oude] verkaveling. Om daar meer over te weten te komen zocht hij contact op het Fries Museum in Leeuwarden.
Dr. Oebele Vries schrijft: “[…], waarbij het gesprek ook kwam op het feit dat de noord-zuid lopende lijnen van de verkaveling in Dantumadeel samenkomen op één punt [Kuikhorne]. ‘De heren’ van het museum wisten het echter ook niet. Van de amanuensis [Penning] kreeg hij toch nog enige lectuur mee, namelijk krantenartikelen en een boek [Wilhelm Teudt, Germanische Heiligtümer] over ‘heilige lijnen’, die in de prehistorie heiligdommen in noord-zuid- of oost-westrichting met elkaar zouden hebben verbonden. Minnema probeerde dit vervolgens uit op zijn geboortestreek door het trekken van lijnen tussen oude kerktorens. Hierbij stelde hij vast dat er een zuivere west-oost lijn loopt over de torens van Akkerwoude-Murmerwoude-Dantumawoude-Westergeest. Volgens hem was toeval uitgesloten, omdat de kans hierop niet groter is dan 1 op 15.625.
Hierna ontdekte hij niet alleen nog meer lijnen in het landschap, maar ook cirkels, bissectrices, loodlijnen en zelfs een afbeelding van een gedeelte van het sterrenbeeld de Grote Beer. Volgens zijn vaste overtuiging was hij hiermee op het spoor gekomen van een prehistorische cultuur van hoge ontwikkeling.
Ook van deze ontdekking deed Minnema verslag in zijn artikelenreeks.
We lezen daar dat er een volk moet zijn geweest dat de tegenwoordige beschaving op bepaalde punten [bedoeld is op het gebied van de wiskunde] zelfs vooruit was. Dit verzamelde gegevens over de sterrenhemel, waarvoor het een stelsel van waarnemingsposten inrichtte.
Deze bestonden uit seintorens met bovenop een platform waarop een vuur brandde [een gegeven dat aan Teudt is ontleend]. Later werden dit heiligdommen en na 750 werden er op de meeste van deze plaatsen christelijke kerken opgericht”.
Van een andere orde is de theorie over leylijnen en energielijnen.
Deze lijnen zijn in te delen in verschillende sterktes. Hele sterke leylijnen zijn het bekendst omdat deze over de hele wereld lopen. Tussen deze sterke leylijnen in ligt een maas van leylijnen die energie zouden verspreiden.
Exact op het kruispunt van dit soort leylijnen ontstaat dan bij wijze van spreken een verdubbeling van energie: een leycentrum.
Onze voorouders zouden deze leycentra een heilige status hebben gegeven. De plaats waar nu de kerk van Westergeest staat, precies op zo’n leycentrum, zou zo’n heilige status hebben gehad.
In Westergeest werd vroeger – bij en/of in de huidige kerk – recht gesproken en vooraanstaande bewoners waren bij toerbeurt rechter.
De vier kwartieren, die door de vier lijnen werden gescheiden, werden destijds bewust aangelegd. Uit elk kwartier was de meest vooraanstaande persoon dan een bepaalde periode de rechter.
Zo lijkt in de verkaveling rondom Westergeest een rijke geschiedenis van ons dorp verscholen te liggen. Maar een vertaalslag maken naar historische feiten strandt op het ontbreken van essentiële data.
Het blijven daarom veronderstellingen.
In deze tijdsperiode werd de huidige bakstenen kerk van Westergeest gebouwd vanuit de St. Bonifatiusabdij te Dokkum.
De Benedictijner monniken uit Dokkum hebben voor de kerkbouw in Westergeest mogelijk de Dokkumer abdijkerk als model gebruikt.
Het ontwerp dat werd gebruikt, lijkt dat van een kruiskerk te zijn: een kerk met – in ons geval – relatief kleine zijbeuken.
Wat er precies in de zijbeuken gebeurde, weten we niet. Er is een theorie dat in deze zijbeuken onderkomens waren ondergebracht voor monniken. Daarmee zou het klooster, dat in of nabij Westergeest gestaan moet hebben, een plek hebben gekregen aan de kerk en slaapcellen voor de geestelijken hebben geherbergd.
Maar dr. Gerrit Vermeer zet daar een vraagteken bij. Een slaapzaal bevond zich meestal op de verdieping van de oostvleugel van een klooster.
Om het idee van een kruiskerk met zijbeuken te ondersteunen wordt gewezen op twee punten:
Met dit seendrecht, dat los staat van het strafrecht van de overheidsorganen, werd rechtgesproken over strafbare zaken binnen de kerk. Denk daarbij o.a. aan overtredingen van de tien geboden of het schenden van de zondagsheiliging en dergelijke.
Als straf werd vaak de ban uitgesproken over de veroordeelde, maar ook een verplichte bedevaart, een geldboete of het leveren van bijvoorbeeld kaarsen aan de kerk kon als straf dienen. Zelfs het veroordelen tot de schandpaal hoorde tot de mogelijkheden.
1214 – werven van kruisvaarders: “De Priester Olivier van Keulen was naar Friesland gezonden, om daar het kruis te prediken. Het gelukte hem, de menigte met zulk eene geestdrift voor dezen togt te bezielen, dat, volgens zijn eigen berigt, 50,000 Friezen de wapenen opnamen en zich te Dokkum en elders op meer dan 80 schepen ter zee begaven”.
1333 – de abt van Dokkum maakt aanspraak op de kerk van ‘Ghaest’.
1374 – Hetzelfde geldt als hij aanspraak maakt op de kerk van ‘et Gast’.
Beide keren wordt verondersteld dat het hier om de kerk van Westergeest gaat.
In dit tijdsbestek schudde de samenleving middeleeuwse culturele vormen van zich af. Dat was ook te merken in ons dorp.
De Rooms Katholieke kerk stond op haar fundamenten te schudden en Protestanten en Katholieken kwamen lijnrecht tegenover elkaar te staan.
In 1556 kwam het in Westergeest tot een protestbijeenkomst toen de abt van het Bonifatiusklooster, Heer Henricus Kessel, in 1556 gebruik wilde maken van het seendrecht. Het was regel dat hij in een schrikkeljaar recht had om het ambt van deken of geestelijk rechter uit te oefenen; de zogenaamde rondgaande rechtspraak.
Heer Henricus Kessel eiste dat recht op in het dekenschap “Dockum, Holwert ende Geast”.
Op 27 april 1556 werd daarom in de kerk van Westergeest een vergadering gehouden om het twistpunt te slechten – aanwezig waren de substituut-grietman van Dokkum [Dirck Dircksz.], Cop Harkema namens Kollum en Sye Buma namens de gemeente Westergeest, Oltwoldt en Colmerswage.
Wat het resultaat van die vergadering is geweest is niet bekend.
In de tijd dat er in de kerk van Westergeest nog Roomse erediensten werden gehouden, werd het altaar bediend door een Persona of pastoor. Deze pastoor bediende eveneens de sacramenten en ‘preekte’.
Naast de pastoor was een hulppastoor, een Vicaris, aanwezig.
In mijn boek FOESTRUM staat een overzicht; nu volsta ik met het noemen van een paar opmerkelijke “persona’s”.
1424 heer Wygher [persona of pastoor], heer Thyaert [vicaris]. Het zegel van vicaris Thyaert bestond uit een afbeelding van een edelman met staf en valk, met op het schild een winkelhaak. In 1989 werd zijn zegel samengevoegd met die van Koert, pastor van Oudwoude in 1491 en samen vormen zij nu het stempel van de Hervormde gemeente te Oudwoude-Westergeest.
1543 heer Willem [persona of pastoor], heer Haddo Harckema [vicaris]. Als prebendaris wordt heer Frans Baukesz. genoemd. Heer Willem diende in 1543 een klacht in bij de regering omdat de Abt van Dokkum zichzelf een zathe bij Beintemahuis had toegeëigend. Deze zathe zou echter bij de pastorie-goederen van Westergeest behoren: “De abt van Dokkum heeft van de pastorie van Westergeest een zathe van 43 pondemaat genomen, liggende in beslagen vennen en dat ‘ouland’ ligt voor mijn deur. Al mijn buren zeggen en betuigen, dat dit zo is. Omdat ik de ‘cost’ niet mag hebben, doe ik mijn beklag, en begeer ik, dat gij, vrome Heren, mij behulpzaam wilt wezen en helpen, dat ik weerkrijg hetgeen dat vroeger hiertoe behoorde. Dit beken ik, Heer Wilhelm, pastoor te Westergeest“.
1574 heer Focke Baukesz. [prebendaris].
Het waren heel onrustige tijden – al snel werd het de Rooms Katholieke voorganger ‘te heet‘ onder zijn voeten. In 1579 vluchtte hij wegens deze onrust. Bernardus Henrici was de laatste pastoor die de kerk in Westergeest diende.
In 1580 werden kerk en gemeente Hervormd. De drie altaren in de kerk van Westergeest werden afgebroken en de restanten warden gebruikt voor de eerste trede van de trap naar de preekstoel én als drempel bij de deur. De unieke muurschildering werd witgekalkt en de aanwezige [heiligen]beelden werden verwijderd.
Het was in deze beginperiode van de nieuwe Hervormde kerken wel lastig om voldoende protestantse voorgangers te krijgen.
In 1597 lijkt de gemeente Oudwoude/Westergeest echter al een predikant te hebben. In de registers van rechtshandelingen van de grietenij Kollumerland staat beschreven dat de predikant van Kollum zich borg stelt voor “Ernestus Hiddinck, dienaer des godtlijcken words in Oltwolde”.
Op 9 juli 1580 vielen de Spanjaarden en Spaansgezinden vanuit Kollum Dokkum aan, wat overigens niets opleverde.
In de zomer van 1581 werd er zo hard gevochten dat “de gestaltenisse van Vrieslandt ellendich ende desolaet geweest is”.
Een jaar later was er vrijwel geen boer meer te vinden in de driehoek tussen Groningen, Leeuwarden en Dokkum – veel protestanten vluchtten naar Leeuwarden, Rooms Katholieken vluchtten naar Groningen.
Boer Arend Bauckes en Jantsje Harmens [boer en boerin op de terp Westerburen] vluchtten naar Dokkum. Daar werd hun zoon Harmen Arends Idema geboren, ergens tussen 1580 / 1590
In diezelfde periode heerste de pest, ook in Westergeest.
Ane Sapesz. en zijn vrouw Jents Jansendr. kregen in de herfst van 1581 de pest en stierven. Zij waren naar Leeuwarden gevlucht ‘vermits de crijghsloepen ende beroerten’.
Welgesteld. Een etiket dat op deze tijdsperiode geplakt kan worden.
Welgesteld was de familie Idema, in het 4e venster werden ze al even genoemd. In dit vijfde venster krijgt Harmen Arends Idema [± 1585 – 1646] ook een plaats. Want met hem krijgt een welgestelde boer uit de periode rondom 1600 letterlijk een gezicht. Een portret van hem hangt in het gemeentehuis van Kollumerland c.a.
Harmen Arends werd geboren tussen 1580 en 1590, in het gezin van Arend en Jantsje Harmens. Vader Arend Bauckes was boer op Idema State op de terp Westerburen.
Zijn oom, een jongere broer van vader Arend Bauckes, kreeg Idema State [Westerbourren] in handen. Harmen Arends werd boer op Idema-heerd, welke soms ook Idema State [Weerdeburen] wordt genoemd.
In 1638 was Harmen Arends dijkgraaf van het Westergeester Hemrik.
Hij is twee maal “naar Rome geweest” en was in 1640 volgens de Stemcohieren eigenaar van Idema-heerd [Weerdeburen], de Brandhúster pleats [Wâlddyk], een deel van een boerderij op Keatlingwier en Groot Idema State [Driezumerzijl].
Hij trouwde twee keer.
1e huwelijk met Sjuw Allema [van Allema State, Wygeast] had hij twee zonen: Ede en Ene [1617].
2e huwelijk hij had met Feikje Klazes nog één zoon [Reiner Harmens Idema] en zes dochters.
Harmen Arends Idema kwam te overlijden op 26 juni 1646. Hij werd te Westergeest begraven.
Welgesteld kan ook de stad Dokkum worden genoemd.
De economie ging een stempel drukken om onze omgeving. Het stadbestuur van Dokkum gaf in de jaren 1654/1656 de opdracht om de trekvaart, zoals de vaart in de volksmond heet, te graven.
De stad wilde daardoor een betere waterverbinding maken met de stad Groningen. Op die manier wilde het bestuur meer scheepvaart naar Dokkum halen.
Welgestelde en belangrijke families kregen steeds meer macht in handen, wat bij de bevolking op steeds meer weerstand stuitte. In 1787 komen de Democraten [of Patriotten] in opstand. Het lukte echter niet om stand te houden en velen van hen vluchtten naar Frankrijk tot ze in 1795 weer terug konden keren met het Franse bezettingsleger.
Tijdens deze bezettingstijd kiemde een verzet wat in onze omgeving uitliep tot een ongekende oproer die de geschiedenis is ingegaan als het Kollumer Oproer.
Het Kollumer Oproer draaide in de kern om het verzet tegen de dienstplicht en burgerbewapening in de Franse tijd en was in wezen een uiting van oranjeliefde en/of vaderlandsliefde.
Met groot machtsvertoon werd het oproer in de kiem gesmoord en werden 168 mensen gearresteerd en veroordeeld tot het betalen van een flinke boete of gevangenschap. Aanvoerder Jan Binnes werd op 18 februari 1797 onthoofd.
Louw Johannes en Ernst Tjeerds zijn inwoners van Westergeest wier namen ongetwijfeld in de anonimiteit van het verleden verloren zouden zijn gegaan, ware het niet dat hun naam ook voorkomt op de ‘Naamlijst der Perzoonen Welke zedert den 4den Febr. l.l. zijn gearresteerd, en op ‘t Gedemoilieerde Blokhuis zijn overgebragt‘.
Ernst Tjeerds [rond 1726 – 1816]
Ernst Tjeerds werd geboren rond 1726 als zoon van Tjeerd Jelles en Rinske Metkes. Hij trouwde op 18 juni 1758 te Westergeest met IJtske Egberts de Vries [1739 –1823] en kreeg acht kinderen.
Louwrens Johannes [1736 – 1800]
Heel anders verging het Louwrens Johannes, op de Triemen geboren in april 1736. Zijn ouders waren Johannes Louwrens en Aaltje Hendriks. Hij was meester schoenmaker, arbeider, schipper en herbergier in het ‘Kalkhuis’ aan de trekweg te Westergeest.
Op 21 februari 1762 trouwde hij met de in 1740 geboren Antje Johannes, geboren in De Valom.
Uit hun huwelijk werden zeven kinderen geboren.
Louwrens Johannes heeft een vooraanstaande rol gespeeld in het Kollumer Oproer en op 4 februari 1797 Abel Wijbrens Keuning in zijn huis met doodslag bedreigd. Hij werd op 24 maart 1798 “veroordeeld tot zware geseling met de strop om de hals, brandmerking, 5 jaar opsluiting en dwangarbeid in het Landschaps Tucht- en Werkhuis en tenslotte tot eeuwige verbanning uit de Bataafsche republiek, vanwege zijn aandeel op 3 en 4 februari 1797 in het Kollumer Oproer, een uitbarsting van opgekropte volkswoede tegen de gevestigde orde”.
Hij stierf in gevangenschap te Leeuwarden in juli 1800, waar hij zijn bovengenoemde straf uitzat.
Op een officieel overzicht staan in totaal 163 inwoners van Westergeest die zijn beboet vanwege deelname aan het Kollumer Oproer.
Toen in 1813 de Fransen zich terugtrokken waren zowel de Patriotten als ook de Oranjegezinden daar blij mee.
Wij komen nu in een tijdsperiode dat de informatie ons bijna om de oren begint te slaan. In oude geschriften en kranten kunnen we zoeken naar gebeurtenissen die in Westergeest hebben plaatsgevonden.
Voor dit zesde venster heb ik daardoor de luxe van overvloed en kan ik keuzes maken uit de rijke geschiedenis van ons dorp.
De geschreven aanwijzingen beginnen bijvoorbeeld al in 1800 toen Wytze Willems, kastelein in Westergeest, in de Binnenlandsche Bataafse courant zijn diensten aanprees.
“ZEGT HET VOORT”, staat er onder. Met andere woorden, het vluchtige gesproken nieuws lijkt nog net zo belangrijk als het geschreven woord.
Nieuwe Zwemmer
Op 26 november 1879 namen de Friese Staten het besluit om een nieuw kanaal te graven: de Nieuwe Zwemmer. Vanaf de Trekvaart neemt dit kanaal in noordoostelijke richting de route van de Âldswemmer over: 5 kilometer lang en ongeveer 40 meter breed.
De route liep over land dat nog onteigend moest worden. Hoewel dat niet veel problemen opleverde moest de provincie toch de gang naar de rechter maken. Boer Fokke Tjibbes Fokkema kwam terug op zijn ‘minnelijke schikking’ om afstand te doen van 3 ha, waardoor de provincie de rechter moest inschakelen.
Het waren overigens niet alleen lokale boeren van wie de grond werd onteigend. We komen de namen tegen van Louis Gaspard Adrien graaf van Limburg Stirum [Arnhem], Constantia Catharina Wilhelmina van Scheltinga [Neerijnen], Wilhelmina van Heemstra [Giekerk] en Hector Livius van Heemstra [Pieterburen].
Het graven van de Nieuwe Zwemmer was begroot op ƒ 397.725,00 – een groot bedrag voor die tijd. Bij de aanbesteding op 4 mei 1880 meldden zich vier aannemers:
– Karel van Tongeren [Heerenveen] voor ƒ 248.000,00
– Cornelis de Jong [Hardinxveld] voor ƒ 228.500,00
– Leendert Kalis Kzn. [Sliedrecht] voor ƒ 218.860,00
– Andreas J. van der Werff [Dokkum] voor ƒ 188.060,00
Het werk werd gegund aan Andreas van der Werff en in het voorjaar van 1880 zetten ‘zijn’ werknemers de spade in de grond. Want met schep en spade, pipegaal en kruiwagens werd de Nieuwe Zwemmer gegraven. Zeer zwaar werk en het verhaal gaat dan ook dat er twee mannen voor nodig waren om de kruiwagen uit de gegraven vaart naar boven te kruien.
De anekdote werd geboren dat de werklieden [‘polderjongens‘] hun werk verrichtten als Chinezen en met veel drukte en bombarie in Westergeest terechtkwamen. Ze wisten ook wat feestvieren was: Westergeest zou de vrouwen hebben, Kollumerzwaag de drank. De drank werd achteraf betaald als er een nieuwe voorraad werd gehaald. Dat bracht voor de leverancier wel een risico met zich mee en om zich daarvoor in te dekken leverde hij bij de laatste zending drank geen alcohol maar water. Bang als hij was dat hij deze laatste zending niet betaald zou krijgen.
Op 5 juli 1881 kon Commissaris baron van Harinxma thoe Sloten meedelen dat het kanaal klaar was.
Scholen
Mr. A. J. Andreae beschrijft in zijn boek Kollumerland dat er in 1833 een nieuw schoolgebouw werd gebouwd.
Jaren later, in 1843, volgde de bouw van de onderwijzerswoning. Deze onderwijzerswoning staat nog aan het Tsjerkepaed; de school is al lang afgebroken en zou gestaan hebben op de hoek van het Tsjerkepaed – Kalkhúswei, naast de onderwijzerswoning.
In 1894 werd een nieuwe school met een woning gebouwd voor resp. ƒ 3377,00 en ƒ 3894,00 aan de Eelke Meinertswei 6. De inscriptie “JW 25.3.1894” in de muursteen naast de voordeur zijn de initialen van Johannes Westerkamp, die tot 1 maart 1924 hoofd van deze school was. Toen hij met pensioen ging was er sprake van om de openbare school om te zetten tot een christelijke school, maar daar is het nooit van gekomen.
Overigens stond er al een Christelijke school op de Triemen. Al op donderdag 24 april 1884, ’s avonds om 19.00 uur was in het lokaal te Oudwoude, een vergadering gehouden. Het doel was om te kijken hoe men het beste te werk kon gaan wilde men in onze [kerkelijke] gemeente ook een Christelijke school hebben.
De daaropvolgende zondag, 27 april 1884, brachten ds. Johannes Politiek van Oudwoude/Westergeest en ds. Dam van Zwagerveen de kerkgangers van de eerste stappen op de hoogte.
De belangstelling in deze gemeente werd later bestempeld als “tamelijk goed, doch niet warm”. Een jaar later, in 1885, staat er op de Triemen een nieuwe School met den Bijbel.
Westergeest kwam landelijk in het nieuws toen de muurschilderingen in de kerk worden herontdekt.
Het laatste venster.
“Het heeft wel wat weg van een oorlogsgebied, maar het is de aanblik die Westergeest nieuwjaarsmorgen bood”. Zo begint dit tijdvak wat Westergeest betreft, beschreven in de Kollumer Courant.
Maar de sombere woorden weken door grootse wijze waarop Westergeest “SIMMER 2000” vierde. En door de daadkracht waarmee ons Plaatselijk Belang een Beleidsplan Foestrum 2010 aanbood aan burgemeester P. Visser.
De handen werden uit de mouwen gestoken. Het prikkeldraad aan de oever van de Dobbe maakte plaats voor een mooi hekwerk. Dankzij de inzet van een groot aantal vrijwilligers werd het schoolplein van De Bining helemaal opnieuw aangekleed. De leerlingen zelf zorgden ervoor dat het zwerfvuil werd opgeruimd en de E-pupillen WTOC kregen nieuwe voetbalshirts.
Aan de oevers van het eeuwenoude veenriviertje dat om ons dorp meandert, kwam een modern Multi Functioneel Centrum. “Gebouwd voor de toekomst” kopte een krant; het heden en verleden vlechtten zo samen.
Dat komt helemaal tot zijn recht als wij door hedendaagse technieken een kijkje kunnen nemen in ons dorpsverleden: door Westergeest heen staan borden met een QR-code die verwijzen naar stukjes dorpsverleden.
Het heden. Het hier en nu.
Een gigantische tegenstelling tot het eerste venster, toen we het moesten doen met weinig of geen geschreven bronnen.
Vandaag de dag is een samenleving zonder het geschreven woord ondenkbaar.
Bijna alles staat op papier.
Of op de computer.
Bijna alles is te raadplegen.
Op het World Wide Web komen ongeveer 357.000 hits tevoorschijn als wij iets over WESTERGEEST willen weten [maar eerlijk is eerlijk, daartussen ook hits over Westergeest bij Uitgeest en Westergeest op Texel].
WESTERGEAST intoetsen en er verschijnen ongeveer 18.800 hits.
Zoeken op de bijnaam FOESTRUM levert ongeveer 8.650 hits op.
Wij kunnen sinds juni 1998 terecht op speciaal voor Westergeest aangemaakte websites:
http://www.foestrumerarchief.nl/
https://hystoblog.wordpress.com/
Wat de Facebook-pagina’s die Westergeest betreft begin ik maar niet eens aan een opsomming.
Daarnaast werden meerdere boeken uitgegeven waarin geschiedenis van en over ons dorp is beschreven, waaronder FOESTRUM [tijdens de feestdagen te koop voor 1250 centen].
FOESTRUM beschrijft de geschiedenis van ons dorp vanaf het vroegste begin. Het boek zette dorpsbewoners aan tot het vieren van 1250 jaar Westergeest.
Niet “op de kop af” maar bij benadering.
Vrij suggestief maar met een gerust hart.
Vanwege en aan de hand van aanknopingspunten in bodemvondsten of “echo’s uit ons verleden”.
Opgeslagen onder Algemeen
Versierde wagen Van Teijenswei : 9 augustus 1970
Gaatse Bosma op de trekker. Minze Sipma zit voor op de wagen
9 augustus 1970
Achter v.l.n.r.:Berber Sipma, Geale Sipma en Hinke Bosma met zoontje Marten Bosma
Links midden: Rennie Sipma.
Voor: Yttje Sipma ( achter de struik),Welmoed Sipma, Tietsje Bosma en Jellie Kempenaar
Klaas Pompstra, Geale Sipma, erachter Ytsje Pompstra, ..,Piet Dantuma
Heine en Gerda Kempenaar op de tandem
Rennie Sipma en Wikje Bergsma
Rennie Sipma en Wikje Bergsma dorpsfeest 1981.
Links Sonja Prins en rechts Folkje Woelinga
Joukje Schotanus, Bartele Aukje, Eelkje Sipkema, Mw. Boddeke, Berber Sipma, Tetsje Annema
Sije Schotanus op de trekker met de dames van de Van Teijenswei op de versierde wagen
Vr. Boddeke, Tetsje Annema, Joukje Schotanus, Bartele Aukje Kempenaar. In de autorechts Berber Sipma en achter het stuur Eelkje Sipkema.
Voor: Geertsje Kloosterman. Erachter Coby Hellinga, Wiep Sipkema, Vr. Boddeke
Versierde wagen en fietsen van de Van Teijenswei dorpsfeest 1992
Berichtnr.:499/fb.
Opgeslagen onder Algemeen, Van Teijenswei
KC: 22 november 1983.
De heer Sjoerd Fennema uit Oudwoude ving donderdag een snoek van 22 pond in de Oude Zwemmer ter hoogte van Poelstra aan de Wouddijk. Het dier was 104 cm lang. Nadat de trotse vanger en zijn vangst op de foto waren gezet, werd het roofdier weer in zijn element teruggezet. Op de foto links Sjoerd Fennema en rechts de heer P. de Vries uit Kollum, eigenaar van de zaak waar de heer Fennema altijd zijn visspulletjes koopt.
Berichtnr.:1512/fbjan16.
Opgeslagen onder Algemeen, Weerdebuorsterwei Walddyk Langlan