De grasdrogerij was één van de drie coöperatieve drogerijen die bij de brug over de Trekvaart gevestigd zijn geweest:
In 1921 werd benoemd tot secretaris-boekhouder der coöperatieve cichoreidrogerij “Ons Belang” S. van der Schaaf.
In 1940 werd de voormalige cichoreidrogerij “Ons Belang” verbouwd tot grasdrogerij van de coöperatie grasdrogerij “De Bûnte Hond”.
In 1947 bood de grasdrogerij onderdak aan de kruidencoöperatie “Westergeest”.
lees meer: https://hystoblog.wordpress.com/2015/11/27/de-bonte-hont/
Lees meer over Holpatex, klik dan hier
Van Meent Wiersma van FB Ald Driezum-Wâlterswâld kregen we deze foto’s ( zie ook hun facebookpagina). Er staan 2 dames op van Westergeest, namelijk Griet de Vries ( later e.v. Geert Postma), Klaske van der Veen ( dochter van Durk en Trien van der Veen)
De overige dames en heren zijn afkomstig van Driezum Walterswald , Sjoukje Posthuma – Bethlehem en haar dochter Bonnie, Willie Boonstra, Jitske Boltjes , Lutske Boonstra – Jongboom en Jettie Kuitert. Verder namen als Tsjikke Wiersma van de Hoeksterloane in Damwâld, Tea Luinstra van Kollumerzwaag en een Vogel Zijlstra. Verder zijn er nog een paar mannennamen te noemen, Abele, Jaring, Rense en Tjisse.
2. Griet, 4. Klaske, 6. Jitske?
Henk Hansma schreef onderstaande voor het Foestrumerarchief.
Kruidencoöperatie Westergeest G.A.
De kruidenteelt in Nederland kent geschiedenis, het was een vrij nieuwe teelt en bestond uit een aantal Coöperaties t.w. in Westergeest, Doornspijk, Wijchen en Veghel. Dit werd na de tweede wereldoorlog met de Marshall hulp en Dep. van Landbouw gefinancierd en opgericht.
De Kruidendrogerij in Westergeest was dus daar één van. Het heeft verschillende besturen gekend en elke coöperatie had leden. Zo ook in Westergeest. De laatste Directeur A.B. Dijkstra ( 1918 – 1981) zat, vermoed ik, al in het bestuur, in ieder geval al in 1951.
Hij woonde later in één van de twee nieuwbouwhuizen naast de fabriek.
In 1954 kocht de vereniging de fabriek van de overheid. De aantallen soorten kruiden die verwerkt werden liepen terug naar een kleiner aantal. De leden die deel namen aan de teelt waren veelal kleine boeren in Friesland en ook in Groningen.
De fabriek kende een voorlichter in de persoon van Dhr. B. ter Veer uit Haren die veelal in de buitendienst werkte. Hij gaf voorlichting ook voor het gereed maken van de grond.
Voor dat de kruidenzaden of kruidenplanten in de grond kwamen moest minstens 14 dagen van te voren kunstmest worden gestrooid. Daarna moest het zaai- of plantbed klaar gemaakt worden. Gemiddeld strooide men 8 kg patent kali, 6 kg super en 8 kg stikstof per are.
Meestal werden de gedroogde en verpakte kruiden gebruikt in de geneeskunde. Zoals Digitalis Lanata en Purpurea voor hartpatiënten. Ook viola tricolor(driekleurig viooltje) werd gebruikt voor medische toepassingen (huiduitslag, zweren, jeuk, koortswerend) en eveneens de olie voor parfums. De Lobelia Inflata voor aandoeningen van het centrale zenuwstelsel.
Ook werden pakketten aromatisch gewassen ( voor smaak en genot zoals mentha ook als licht medicijn) in Nederland meer onder de aandacht gebracht, aldus Dhr. B. ter Veer.
De kruiden werden, als ze geoogst zijn, door de chauffeur Hendrik van der Vaart uit Zwagerveen met een vrachtauto volgens planning gehaald en naar de drogerij in Westergeest gebracht. Hier werden ze gedroogd op de droogvloeren, verpakt en afgezet. Incidenteel werd er ook nog wel eens een trouwboeket gebracht en mee gedroogd.
De drukte lag natuurlijk in de zomer/herfst en kende daardoor een seizoensmatige bedrijvigheid. Bij slecht weer ontstonden veelal moeilijkheden om alle oogsten tijdig op te halen en te drogen op de droogvloeren. Door het lange liggen van het materiaal ontstond dan ook broei en een slecht eindproduct. De afzet van de producten was in de aanlooptijd ook niet zo gunstig, maar later werd dat beter.
Omdat het veel seizoenswerk was kampte men met een overcapaciteit. M.a.w. de vloeren worden niet optimaal gebruikt en het personeel had geen voldoende werk. Veelal probeerde men later aanvullend werk te vinden en daar werden heel wat producten voor aangetrokken wat lang niet altijd rendabel was.
Men werkte ook veel met mensen in los dienstverband die door de gemeente werden aangeboden of die anders ondersteund moesten worden door W.W of andere uitkeringsinstanties. Een aantal vaste medewerkers bleven in dienst.
Toetreding Holpatex
De toetreding van de lege N.V. Holpatex zorgde voor meerdere activiteiten bij de Kruidencoöperatie. De directeur kwam uit een lompen en papierhandel uit Deventer. Directeur Max Gosschalk (1924-2000). Zowel het drogen en/of verwerken nam toe tot wel zo’n 40 tal soorten materialen.
De toerusting van machines en apparatuur in de fabriek was lang niet toereikend om alles op tijd klaar te krijgen. Veelal waren de mensen en ook de machines niet geschikt om de diverse materialen op tijd klaar te krijgen of te verwerken. Men moest ‘leergeld ’betalen en drastisch investeren in het moeilijk te bewerken materiaal.
Om een idee te krijgen van de soorten materialen een kleine opsomming: koffieafval, lompen, bloem, plastic-granulaat, TPTH, Viscose, garens, touw, sisal, haver, vismeel, schuimplastic, Maneb, Dimecron, zakken, jute, cassave-wortelen etc. En dan ook nog de KRUIDEN.
Door de tweekoppige directie namen bovendien de overheadkosten ook flink toe.
Afijn, de N.V. Holpatex ging ten onder in november 1964 en de Kruidencoöperatie Westergeest G.A. in november 1967.
Lag het aan de Directiebeleid? De onbekendheid van de materie of de afzet van de kruiden? In ieder geval de archieven van beide bedrijven zijn( misschien uit voorzorg) grotendeels vernietigd.
Het zou zijn gebeurd door ruimtegebrek. Er zijn rechtszaken en veroordelingen geweest, waarbij bestuur en directie van de Kruidencoöperatie terecht hebben gestaan. De andere directeur (Max Gosschalk) is de dans blijkbaar ontsprongen.
© Henk F. Hansma
Hemrik
Grasdrogerij bij de Bunte Houn.
1982
Jaartal niet bekend
Berichtnr. 1387.
Ik vraag me af waar de benaming bunte houn vandaan komt.
Mijn schoonvader heeft ooit bij de grasdrogerij gewerkt.
Hij vertelde mij dat er een logo was in de vorm van een dalmatiër.
Dat zou de herkomst kunnen verklaren.
Ik ben benieuwd of iemand hier meer van weet.
Met vriendelijke groet, Jan-Ibo
Op HYSTOBLOG een antwoord op deze vraag.
De grasdrogerij was één van de drie coöperatieve drogerijen die bij de brug over de Trekvaart gevestigd zijn geweest:
In 1921 werd benoemd tot secretaris-boekhouder der coöperatieve cichoreidrogerij “Ons Belang” S. van der Schaaf.
In 1940 werd de voormalige cichoreidrogerij “Ons Belang” verbouwd tot grasdrogerij van de coöperatie grasdrogerij “De Bûnte Hond”.
In 1947 bood de grasdrogerij onderdak aan de kruidencoöperatie “Westergeest”.
lees meer: https://hystoblog.wordpress.com/2015/11/27/de-bonte-hont/